Zondag
vind ik de beste dag van de week. In mijn woonplaats is sprake van zondagsrust,
in Nederland een kwijnend fenomeen. Alle winkels zijn (verplicht) gesloten en
er zijn geen lawaaiige activiteiten. Eigenlijk zijn er helemaal geen
activiteiten. Op gezette tijden beieren er wat kerkklokken en dan passeren er ineens
veel mensen tegelijk, vaak in het zwart gekleed en een hoedje in een plastic
tasje meetorsend. Allemaal op weg naar hun eigen kerk of kerkje, er is een heel
gevarieerd aanbod. In de omliggende gemeenten gaat intussen alles gewoon door.
De situatie is hier best uniek, je zit midden in de Randstad en tegelijkertijd
in de bible belt. Een enclave, een soort godsdienstig Baarle Nassau. Veel
mensen leven hier op een manier die de rest van Nederland alleen kent uit de
boeken van bijvoorbeeld Maarten ’t Hart of tegenwoordig Franca Treur.
Ik ben een
groot voorstander van zondagsrust en zondagssluiting, zij het niet om religieuze
redenen maar door mijn afkeer van de 24 uurs economie. Het lijkt mij een goede
zaak voor de mensheid in het algemeen dat alles gewoon een dag stilligt, eens
per week. Ik surf dus prettig mee op de gereformeerde
dwang van het gemeentebestuur.
Helaas
zit er ook een keerzijde, een prijskaartje
aan hun vrome idealen. Een prijskaartje voor alle inwoners. Op zondag is het hier namelijk vrij parkeren, want
er mag niet gewerkt worden, dus ook niet door parkeerwachters. Financiële
transacties op deze dag zijn sowieso dubieus (in het verleden kon er bij de
locale Rabobank op zondag niet gepind worden). De gemeente laat hierdoor kapitalen
aan inkomsten liggen, op een gemiddelde zomerse zondag bijvoorbeeld zit het
strand overvol. Van heinde en verre stromen de auto’s toe, ze staan overal
geparkeerd, er wordt niet gehandhaafd. Aangezien de gemeente-uitgaven intussen
gewoon doorgaan (toeristen laten bijvoorbeeld bergen troep achter) moet dat
geld ergens anders vandaan komen. Daar werd ik deze week weer onprettig aan
herinnerd bij de presentatie van de locale belastingen 2019. Die rijzen
inmiddels de pan uit.
Principes
kosten geld, vooral die van anderen.