Gezien:
de Zuid-Koreaanse film Okja (2017).
Okja wordt gepresenteerd als “modern
sprookje”, maar dat dekt toch niet helemaal de lading. Het is een bijzondere film die niet direct te
labelen valt. Het
begint als een soort idyllische kinderfilm, maar daar kom je snel van terug.
Misschien lijkt het nog het meest op zo’n Japanse tekenfilm. Mija, een meisje
van het Koreaanse platteland is de held van het verhaal. De zachtaardige Okja,
een reusachtig varken, is haar vriend en “huisdier”.
Okja is
het resultaat van genetische manipulatie en heeft speciale eigenschappen. Een
enge multinational heeft haar ontwikkelt met het oog op de vleesindustrie en
presenteert de zaak als “biologisch”. Er wordt nog een gezellige wedstrijd aan
gekoppeld en een lief imago in stand gehouden, maar intussen is dit knuffeldier
bestemd voor het slachthuis.
Deze
twee gezichten van de vleesindustrie worden letterlijk verbeeld door twee
zussen, beiden directeur van het bedrijf. Dit is een mooie dubbelrol van Tilda
Swinton, de androgyn ogende actrice die we ook kennen van The Grand Budapest Hotel. Verder is er een rol voor Jake Donnie Darko Gyllenhaal, maar die
herkende ik pas op de aftiteling aan het slot. Hij speelt een soort over the
top Freek Vonk. Heel herkenbaar.
Intussen
wordt er van alles op de hak genomen: dierenactivisme, commercie en de
zogenaamde wetenschappelijke ethiek. Je zou het sf kunnen noemen, maar dan in een zeer nabije toekomst. Of
eigenlijk nu al. Er is sprake van een groeiende wereldbevolking en welvaart in
combinatie met een niet afnemende vleesconsumptie.
Ik vind
de film een aanrader, ook voor de niet-vegetariërs. Je moet dan wel Netflix
hebben, want Okja was na de première
in Cannes (met nominatie voor een Gouden Palm) niet in de bioscoop te zien. Dit
zorgde nog voor een behoorlijke rel.