Dit weekend
verscheen de nieuwe bundel Verhalen uit
het gekkenhuis van Maarten Biesheuvel (79). In de Volkskrant (HIER €) las ik een mooie
weergave van gesprekken met de schrijver en zijn vrouw Eva (79), thuis in
Leiden en in de inrichting waar Biesheuvel vanwege zijn geestesziekte regelmatig
verblijft (de eerste keer al in 1966). Het gaat niet zo goed met Maarten Biesheuvel,
de pillen die hij altijd slikte werken niet meer, hij is nu voor langere tijd
opgenomen.
bron foto: Volkskrant |
En de
vriendschap met Maarten ’t Hart blijkt nu ook al afgelopen. Biesheuvel betreurt
dat: “Helemaal kapot. Hij is bang voor me. Maarten en ik hebben zo veel samen
gedaan. Nu is hij bang van me.” Eva beaamt het: “Dat klopt. Die vriendschap is
afgelopen. Door een aanvaring tijdens een manische aanval is Maarten ’t Hart bang
voor Maarten geworden. Zo spijtig. Ze waren heel lang goede vrienden.”
Ik vind
dit wel heel tragisch, twee schrijvers die ik zo graag lees. Wat jammer, het einde van een vriendschap die al in 1968 ontstaan is. In het heerlijke, autobiografische
Biesboek (1988) kun je lezen hoe dat
gegaan is. Maarten ’t Hart vertelt hierin dat hij Maarten Biesheuvel voor het
eerst ontmoet heeft op een college van Karel van ’t Reve. Hij vond hem toen een
rare, irritante kwast en ergerde zich aan zijn veelvuldige onderbrekingen en
vreemde opmerkingen tijdens van ’t Reves betoog.
Hierna verdween hij een paar
jaren uit zijn gezichtsveld, maar na een verhuizing in Leiden zagen ze elkaar
dagelijks. ’t Hart woonde op het Wagnerplein en Biesheuvel daar vlakbij op de
Brahmslaan. De wederzijdse echtgenoten kenden elkaar al langer. De twee
Maartens hebben samen geroeid, gefietst en veel gemusiceerd (Schubert,
Schumann). Bij het huwelijk van Maarten en Eva in 1979 op Schiermonnikoog was
Maarten ’t Hart een van de getuigen.