Parijs, 1785. De Franse ingenieur Jean-Baptiste Baratte (28) krijgt opdracht om de eeuwenoude begraafplaats Saint-Innocents te ontruimen. Het overvolle kerkhof, waar vele generaties overledenen zijn begraven, puilt uit en geeft een enorme stankoverlast. Met de hygiëne is het slecht gesteld. Ook de naastgelegen kerk moet afgebroken worden. Het is een gigantisch karwei, dat discreet moet gebeuren met het oog op eventuele weerstand onder de bevolking. Er wordt een groep ruwe Vlaamse mijnwerkers ingehuurd om het terrein af te graven. Hun situatie is niet benijdenswaardig, het werk is afschuwelijk en ze mogen de locatie niet verlaten. De ingenieur woont als pensiongast bij een gezin in de buurt.
Deze historische roman uit 2011 van de Engelse schrijver Andrew Miller heb ik met veel plezier gelezen. Je wordt gelijk het verhaal ingetrokken en wilt het eigenlijk in een keer uitlezen. De personages en de grijze sfeer van de stad in die tijd worden goed en geloofwaardig beschreven. Er zijn allerlei vriendschappen, spanningen en verwikkelingen, vooral in verband met dames, maar ik kan helaas niets vertellen zonder spoilers. Aanrader.