Rond de Paasdagen herlas ik De Judas van Leonardo van de vergeten Tsjechisch/Oostenrijkse auteur Leo Perutz (1882-1957). Deze historische roman werd in 1959 postuum uitgegeven. Begin jaren negentig zijn er bij de Arbeiderspers vier boeken van Perutz verschenen. Als ik me goed herinner waren er zes gepland.
Het verhaal speelt rond 1498. In een klooster in Milaan wil Leonardo da Vinci zijn muurschildering van Het Laatste Avondmaal voltooien, maar de zaak stagneert omdat hij maar geen overtuigend model voor de Judas-figuur kan vinden. Dat valt niet mee omdat Leonardo zo zijn eisen heeft: zijn model moet Judas in verraderlijkheid evenaren.
Tenslotte vindt hij de gewenste persoon in de Boheemse koopman Joachim Behaim, die op dat moment in Milaan verblijft voor zaken. Hij komt een schuld opeisen bij een beruchte woekeraar. Als Behaim de liefde van zijn leven verraadt voor wat geld (zoals Judas Jezus verraadt juist op het moment dat hij beseft dat hij hem liefheeft), is hij precies de geschikte man voor Leonardo.
Prachtboek van een geweldige schrijver. Niet al te dik, 183 blz.