zondag 24 maart 2019

Van der Valk in de tuin


Gisteren een forse roofvogel in de tuin, waarschijnlijk een slechtvalk. Staat ergens bovenop en eet daarvan. Schrik wel, hopelijk is het slachtoffer geen ‘bekende’. Het roodborstje, een van de houtduiven of ‘ons’ kauwenechtpaar. Ga nog maar niet kijken, zijn prooi is nu toch al dood en dan is het in ieder geval niet voor niets geweest. In de tuin en wijde omgeving is het doodstil, geen piepje te horen, alle vogels houden waarschijnlijk de adem in.

Even later vliegt de slechtvalk op, met een flinke homp in de snavel die hij bovenop een struik laat vallen. In de boom ernaast gaat hij zitten uitbuiken. Meesjes fluiten alweer vlakbij, waarschijnlijk vormt een zojuist volgevreten roofvogel geen bedreiging meer. Ik ga nu toch even kijken en de boel opruimen. Ik heb geen zin in vleesresten in mijn struiken. De valk vliegt weg en ik zie twee rode pootjes zielig boven de bosjes uitsteken.


Restanten van een tortelduif hangen tussen de takken. Geen veren, waarschijnlijk is hij/zij elders gegrepen (met een snelheid van meer dan 300 km per uur) en in onze tuin opgepeuzeld. Hoog in de goot zie ik de kauwtjes de boel observeren. Zij lijken onder de indruk. De tuin ligt er de hele ochtend verlaten bij, geen vogel laat zich zien. Maar ’s middags cirkelen de meeuwen in de buurt paniekerig krijsend rond. Ze hebben iets waargenomen. En inderdaad zit Van der Valk even later weer op onze tuinmuur, waarschijnlijk op zoek naar zijn achtergelaten kluif. Een slimme, snelle, dodelijke vogel. Indrukwekkend.

Afb. uit: Vogels kijken, Kester Freriks. Athenaeum, 2009.