Ik ben geen grote fan van Remco Campert en van Kees van Kooten las ik het laatst iets in 2013 (het boekenweekgeschenk), maar dit charmante boekje kon ik niet in de winkel laten liggen. Niet te dik en niet te dun, een mooi hard kaftje, kleurige plaatjes en een prettig lettertype.
De heren vinden het duidelijk fijn om te schrijven, de brieven van Van Kooten zijn vaak wat langer. Hij toont zijn bewondering voor Campert. Wederzijdse oudemannenervaringen worden berustend en lijdzaam gedeeld. Hoe de zaak er inmiddels ‘bijhangt’ bijvoorbeeld. De toon van Kees van Kooten is zoals we dat van hem gewend zijn, opgewekt en monter. Misschien iets te. Verhalen over een vroege verkering, zijn oma, de kleinkinderen. Gezelligheid en woordspelingen.
Campert daarentegen is meer somber en overpeinzend. Het oud worden en mensen die hij gekend heeft, maar die nu dood zijn. Over het ziekenhuis, medicijnen. Hij vergeet heel veel, en al heel snel. Soms is hij laconiek en ziet dan de 'voordelen' van het oud zijn. Al zijn herinneringen zijn aan het oplossen, zegt hij. Als hij straks sterft, zal zijn hoofd leeg zijn. “Dat bespaart hem een hoop verdriet”. Voor Remco schijnt het einde nabij.
Achterin het boek is een katern met afbeeldingen opgenomen. Briefkaarten, ansichtkaarten, knipsels, plaksels en kattebelletjes. Leuk, maar vaak flauw en gedateerd. Toch voegt het wat toe, het vertelt ons iets over deze vriendschap door de jaren heen.
De slimme lezer beheerst zich en leest het boekje niet in een ruk uit. Elke dag, voor het slapen gaan, een of twee brieven van ieder is waarschijnlijk het leukst.
Aanelkaar
Remco Campert en Kees van Kooten
De Bezige Bij, 2019
167 blz.