woensdag 28 mei 2014

Kraftwerk


Een van de leukste films die ik ken is The Big Lebowski (1998) van Joel en Ethan Coen.
Titelheld The Dude Lebowski, gespeeld door Jeff Bridges, krijgt het met veel vreemde types aan de stok, bijvoorbeeld met Uli Kunkel en Franz en Dieter, leden van de nihilistische Duitse electroband Autobahn. Erg grappig. Verrassend en leuk is ook de gastrol van een onherkenbare Aimee Mann, als Kunkels naamloze en chagrijnige vriendin.

Met deze rare Duitse band wordt natuurlijk Kraftwerk gepersifleerd, een opmerkelijke en pretentieuze band, die vooral actief was in de jaren zeventig. Autobahn is de titel van een van hun songs en in de film is ook duidelijk een parodie op een van hun albumcovers te zien. Nu is Kraftwerk natuurlijk wel erg makkelijk te persifleren, met hun toch wel harkerige uitstraling, kille muziek, het zwaar Duitse accent en de robotachtige podiumact.

Toch is het belang van deze groep voor de popmuziek niet te onderschatten. Hun experimentele, avantgardistische muziek is van grote invloed geweest op latere bands en popstromingen. In de eerste instantie natuurlijk op de vele Engelse synthesizerbands uit de jaren tachtig (en dus indirect ook op de electropop van nu) en later nog op de housemuziek, in al haar varianten.


maandag 26 mei 2014

Martin Michael Driessen: Een ware held


Een ware held (2013) is een klein boekje, maar het indrukwekkende verhaal blijft nog lang in je hoofd hangen. De beklemmende gebeurtenissen, die door Martin Michael Driessen met genadeloze precisie worden beschreven, spelen zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op een plateau In Lombardije staan Italiaanse soldaten op een rij, bewaakt door Bersaglieri, elitetroepen, en in afwachting van hun wrede generaal Cadorna. Deze kille officier heeft bepaald dat elke vierde man van dit bataljon zal worden geëxecuteerd omdat zij, naar zijn mening, te weinig hebben gedaan om een bepaalde bergpas te behouden. Die is nu in handen gevallen van de vijand, de Oostenrijkers.

Bij de boerensoldaten, die al zoveel meegemaakt hebben, heerst een doffe berusting. Onder hen de twee broers Luigi en Beppo Fresci, totaal verschillend van karakter. Ze mijmeren over hun geboortegrond en familie en proberen via kansberekening (de volgorde in de rij) hun lot te beïnvloeden. Wie is de ware held uit de titel? Beppo? Luigi bepaald niet, terwijl zijn naam in het Italiaans beroemde krijger betekent. Misschien is de titel een sneer naar de incompetente generaal Cadorna en zijn minachting voor het leven van de gewone soldaat.

Mijn enige puntje van kritiek op dit prachtboekje is de forse prijs ervan. Uitgeverij Wereldbibliotheek durft hier tien euro te rekenen voor amper 60 bladzijden. Zelf las ik het overigens via de bibliotheek en stak mijn geld in de dikke turf Al wat schittert van Eleanor Catton. Die ligt hier nu op de stapel.


Generaal Cadorna is overigens een historische figuur. Deze kille tiran was tijdens de Eerste Wereldoorlog de niet zo succesvolle opperbevelhebber van het Italiaanse leger. Tijdens de oorlog zette hij 217 generaals uit hun functie en hoewel hij blunder op blunder stapelde, vergeleek hij zichzelf graag met Napoleon en schreef alle mislukkingen toe aan plichtsverzuim en 'lafheid'. Geïnspireerd door het Romeinse Rijk voerde hij decimatie in: na een verloren slag werd willekeurig 1 op de 10 soldaten doodgeschoten, en uiteindelijk werden zelfs allerlei kleinigheden met executie bestraft. Krijgsgevangen landgenoten liet men voor straf verkommeren, door te verhinderen dat van thuis gestuurde kleren en etenswaren bij hen terechtkwamen. Er stierven 100.000 Italianen in krijgsgevangenschap. Met zulke officieren heb je geen vijanden meer nodig, zou ik bijna zeggen. Maar ondanks zijn reputatie als 'de slechtste bevelhebber aller tijden' werd hij in 1924 door Mussolini toch nog tot veldmaarschalk benoemd. Over deze gitzwarte bladzijde in de Italiaanse geschiedenis wordt van officiële zijde nog steeds gezwegen en nazaten van onschuldig geëxecuteerde militairen die eerherstel voor hun (over)grootvaders eisen, worden aan het lijntje gehouden.


Italië was in deze oorlog verzeild geraakt uit puur opportunistische motieven en territoriale hebzucht. Op 23 mei 1915 verklaarde zij Oostenrijk de oorlog en wilde via een snel verrassingsoffensief Tirol veroveren. Dit plan mislukte en er ontstond al snel een situatie die vergelijkbaar was met het Westelijk front in Frankrijk. Een loopgravenfront dat zich 600 kilometer lang uitstrekte langs de hele Italiaans-Oostenrijkse grens met de hoogste bergen van Europa. Op de toppen en op de hellingen de goed verschanste Oostenrijkse soldaten achter hun mitrailleurs, onderaan de Italianen in hun loopgraaf. Aan het Italiaanse front, de Bergoorlog, kwamen ongeveer een miljoen soldaten om voor een minimale terreinwinst. De situatie was kansloos voor de Italianen en met al hun offensieven vorderden ze slechts dertig kilometer. Een terreinwinst die grotendeels al geboekt werd in de eerste twee weken van de oorlog, ten koste van 900.000 doden en gewonden.

Pas in oktober 1917 was er een doorbraak en dreven de Oostenrijkers (met behulp van de Duitsers) de Italianen terug, bijna tot aan Venetië. Het jaar daarna wonnen de Italianen uiteindelijk toch nog één veldslag. Als beloning voor hun deelname aan de strijd mochten ze na de oorlog gebieden in Slovenië en Tirol behouden. Dit ligt nog steeds gevoelig.

Ernest Hemingway was in deze oorlog verpleger aan Italiaanse kant. Hij beschrijft zijn belevenissen in A Farewell to Arms, dat ik hierbij op mijn lijstje zet.

vrijdag 23 mei 2014

Hij komt


Het is mei, en in Amsterdam wordt er al weer volop doorgezeurd over Zwarte Piet. De zaak is nu "onder de rechter". Op zoek naar een goede vervanging dan maar. Door wie laat De Goede Sint zich elders assisteren?

Persoonlijk ben ik wel een voorstander van de Alpenvariant: Krampus, dat is toch wel the real thing. Niks geen onbenullige kindervriend met een raar accent, maar een dreigende demon die straft en geselt. Eindelijk weer Orde & Tucht, ook in december.

Bekijk ook de leuke foto's van Miek Zwamborn hier.

dinsdag 20 mei 2014

Teylers, Tretyakov en Karel


Als je snel bent kun je deze week nog net de expositie De romantische ziel bekijken in het Teylers Museum in Haarlem. Schilderijen uit Rusland en Nederland uit de eerste helft van de negentiende eeuw, de Romantiek.

De selectie is gemaakt uit de verzamelingen van het Teylers Museum, de Tretyakov Gallery in Moskou en de Rademakers Collectie. Het is grappig om te zien hoe Jef Rademakers het geld dat hij in de jaren tachtig verdiende met zijn wat ranzige televisieprogramma's (die voor 'romantisch' moesten doorgaan), nu omzet in hoogromantische schilderijen. Bij Teylers wordt er in ieder geval met eerbied over hem gesproken. Zo zie je maar weer.

Ik moet zeggen dat het Russische aandeel van deze tentoonstelling mij nog het meest aansprak. De sfeer ervan deed me sterk denken aan de prachtige boeken uit deze periode, en ik kreeg onmiddellijk geweldig veel zin om weer eens zo'n Russische klassieker te (her)lezen.


Bontmutsen, uniformen,  paarden, en een winters marktplein met iconen en een kerk. Toch zijn de wintertaferelen hier in de minderheid. De Russische winters zijn hard en koud en waren niet zo populair om romantisch af te beelden. Heel anders dus dan de ijspret in Nederland. Ook leuk vond ik de geschilderde interieurs.

Bij thuiskomst dook ik gelijk in mijn exemplaar van Karel van het Reve's Geschiedenis van de Russische literatuur; van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov. Als er ooit een boek een herdruk verdiende, is het dit wel.

woensdag 14 mei 2014

Peter Høeg: Smilla's gevoel voor sneeuw


De Deense schrijver Peter Høeg (1957) lijkt mij een bijzonder mens, hij is zeeman én balletdanser geweest. Zijn boek Smilla's gevoel voor sneeuw is al weer wat ouder, namelijk van 1992, maar ik had zin in een spannend boek met enig level en de omslag beloofde mij een literaire thriller. Daarbij maakte de titel mij nog eens extra nieuwsgierig.

En hoewel halverwege het boek mijn aandacht even wat dreigde in te zakken, het einde tamelijk onbevredigend is en de plot een beetje rammelt, ben ik niet teleurgesteld. Integendeel. Het verhaal heeft vaart, wordt goed en spannend verteld en is een plezier om te lezen. De sfeer van het boek doet me in de verte wat denken aan Gorky Park van Martin Cruz Smith, ook al zo'n bestseller. Maar misschien wordt dat ingegeven door de bittere kou en de alom aanwezigheid van sneeuw en ijs.

De hoofdpersoon, Smilla Jaspersen (37), is een ware heldin, maar in eerste instantie tamelijk onuitstaanbaar. Koppig en brutaal, snel verveeld en een achterdochtige mensenhater. Toch krijg je gaandeweg meer begrip en sympathie voor deze depressieve loner. Haar jeugd bijvoorbeeld, tussen twee culturen in (ze is half Deens, half Eskimo), was niet gemakkelijk. En daarbij is ze wél lief voor haar zesjarig buurjongetje Esajas. Als hij na een val van het dak komt te overlijden en dit vervolgens door de politie van Kopenhagen wordt weggezet als een "ongeluk", gaat Smilla, met haar afkeer van regels en ambtenaren, op onderzoek uit. Ze stuit daarbij op een ingewikkeld complot.

Het boek overstijgt het thrillergenre. Er is ruimte voor wiskundige bespiegelingen en enige maatschappijkritiek. Zo leerde ik en passant nog wat over Groenland en de problemen rond de kolonisatie van dit enorme land door Denemarken.

donderdag 8 mei 2014

Radagast the Night Tripper


Zoek de verschillen.

Radagast the Brown, Gandalfs collega-tovenaar in The Hobbit, vertoont sterke uiterlijke overeenkomsten met Dr. John the Night Tripper, de funky zanger uit New Orleans. Of lijkt dat maar zo? In ieder geval delen ze wel een zelfde liefde voor paddenstoelen en geestrijke tabakken.

dinsdag 6 mei 2014

Boeket voor oma


Een mooi boeket voor oma, die vandaag 96 wordt. Visite en verhalen over Rotterdam, lang voor de oorlog. Deftig flaneren en weinig meisjes op het gymnasium. Koningin Wilhelmina die zo raar wuifde en niet erg welkom was in de rode stad. En natuurlijk het bombardement en de vlucht, net op het nippertje. Huis kwijt, maar het vege lijf gered. Ik vind het geen probleem om het nog eens te horen.

maandag 5 mei 2014

Grote Albatros


De grote albatros is de grootste zeevogel ter wereld en komt voor in de zuidelijke oceanen. Dit weekend maakte kunstenaar Roos Holleman met pastelkrijt een prachtige tekening van deze enorme vogel. Zij deed dit in de Live Science zaal van Naturalis en er was speciaal voor deze gelegenheid een exemplaar uit 1938 uit de collectietoren gehaald. Roos Holleman tekent vaak vogels, meestal dood en liefst op groot formaat zodat alle kenmerken mooi tot hun recht kunnen komen. Eigenlijk had ze ook wel graag bioloog willen worden, vertelde ze me.


De totstandkoming van de tekening werd vastgelegd in duizenden foto's. Het is de bedoeling dat daar een time-lapse van gemaakt wordt die gebruikt zal worden voor een videoclip van de Deense band Dans & Laer. Deze band maakt muziek waarin vogelgeluiden verwerkt zijn.



De website van Roos Holleman vind je hier, en die van Dans & Laer hier.

vrijdag 2 mei 2014

Oerpaardje

Oerpaardje, gevonden bij Darmstadt, Duitsland.

In Naturalis zijn nogal wat objecten te vinden die sterk tot mijn verbeelding spreken. De meeste daarvan liggen in de zaal Oerparade, zoals bijvoorbeeld het fossiel van het oerpaardje. Deze heel verre voorvader van het moderne paard dateert uit het Paleogeen (65-25 miljoen jaar geleden). Het gebied dat we nu Nederland noemen lag toen in een subtropische zone met palmen, krokodillen, miereneters en moerascypressen, om maar wat te noemen. En het oerpaardje, een klein bosdier met het formaat van een hond, liep daar dus ook rond. Aangepast aan het leven op zachte bosbodems had het drie tenen met voetkussentjes. De kiezen hadden richels voor het knippend opeten van bladeren.

Omdat het klimaat veranderde verdwenen er veel bossen en ontstonden er savannes, waarop allerlei soorten grassen verschenen. De paardjes ontwikkelden nu kiezen die doorgroeiden en goed bestand waren tegen het eten van taai gras. Tegelijk ontstond bij het gras een groeimethode waarbij het na begrazing van onderaf weer aangroeit (andere planten groeien vanaf de top), een mooi voorbeeld van co-evolutie. Behalve het gebit veranderden ook de poten van deze latere paardensoorten. De dieren moesten sneller rennen om op de grasvlakte aan hun vijanden te ontsnappen. Ze hadden nog slechts een teen per poot. Van alle paardensoorten is uiteindelijk maar één tak overgebleven, met daarin onder anderen het paard en de zebra.