Oerpaardje, gevonden bij Darmstadt, Duitsland. |
In Naturalis zijn nogal wat objecten te vinden die sterk tot mijn verbeelding spreken. De meeste daarvan liggen in de zaal Oerparade, zoals bijvoorbeeld het fossiel van het oerpaardje. Deze heel verre voorvader van het moderne paard dateert uit het Paleogeen (65-25 miljoen jaar geleden). Het gebied dat we nu Nederland noemen lag toen in een subtropische zone met palmen, krokodillen, miereneters en moerascypressen, om maar wat te noemen. En het oerpaardje, een klein bosdier met het formaat van een hond, liep daar dus ook rond. Aangepast aan het leven op zachte bosbodems had het drie tenen met voetkussentjes. De kiezen hadden richels voor het knippend opeten van bladeren.
Omdat het klimaat veranderde verdwenen er veel bossen en ontstonden er savannes, waarop allerlei soorten grassen verschenen. De paardjes ontwikkelden nu kiezen die doorgroeiden en goed bestand waren tegen het eten van taai gras. Tegelijk ontstond bij het gras een groeimethode waarbij het na begrazing van onderaf weer aangroeit (andere planten groeien vanaf de top), een mooi voorbeeld van co-evolutie. Behalve het gebit veranderden ook de poten van deze latere paardensoorten. De dieren moesten sneller rennen om op de grasvlakte aan hun vijanden te ontsnappen. Ze hadden nog slechts een teen per poot. Van alle paardensoorten is uiteindelijk maar één tak overgebleven, met daarin onder anderen het paard en de zebra.