donderdag 23 januari 2014

Neil Gaiman: De oceaan aan het einde van het pad


Hoewel de Engelse schrijver Neil Gaiman (1960) een veelzijdig bestsellerauteur is, had ik tot voor kort niet van hem gehoord. Ik was niet bekend met zijn oeuvre dat voornamelijk bestaat uit fantasy, horror, strips en kinderboeken. Niet echt mijn genres, maar laatst trok hij toch mijn aandacht toen ik de prachtige stopmotion animatiefilm Coraline zag, gebaseerd op zijn gelijknamige kinderboek uit 2002. Zijn naam bleef hangen, en daarom wilde ik De oceaan aan het einde van het pad ook wel lezen toen dat eind vorig jaar uitkwam.

Dit boek is voor volwassenen geschreven, maar dompelt ze onder in de kinderwereld. Zo voelde ik mij teruggevoerd naar mijn kindertijd, als een kind met een spannend kinderboek. Een geweldige ervaring en een groot compliment voor deze schrijver. Ik werd het verhaal in getrokken en las het in een adem uit. Het is lang geleden dat ik op een dergelijke manier van een boek genoten heb. Hiermee bevind ik mij in goed gezelschap, want zelfs de oerserieuze Wim Brands (VPRO Boeken) was uitermate lovend over dit toch wel merkwaardige boek. Het is bijna een sprookje, en die waren in de eerste instantie ook niet voor kinderen geschreven.

Een man keert, in verband met een begrafenis, na lange tijd terug naar de omgeving van zijn jeugd. Als zevenjarig jongetje beleefde hij hier een wonderbaarlijk avontuur, dat resulteerde in de verdwijning van zijn buurmeisje. Het huis waar hij woonde (aan het begin van het laantje) blijkt nu afgebroken, de boerderij van Lettie (aan het einde van het laantje) is er nog. Het hele verhaal speelt zich overigens af in deze beperkte omgeving. Lettie Hempstock is het buurmeisje dat "al heel lang 11 jaar is". Zij woont met haar moeder en oma in de oeroude boerderij aan het einde van de bewoonde wereld. In dit vrouwendomein heerst een raadselachtige, magische sfeer. Ik moest aan Vrouw Holle denken. De oceaan uit de titel is de vijver achter hun huis. Bij deze vijver verzinkt de man in gedachten en herinneringen aan de mysterieuze gebeurtenissen van toen. De vijver, het water, als metafoor voor het onbewuste.

Vanaf hier wordt het verhaal vertelt vanuit de belevingswereld van het zevenjarige jongetje (een naam wordt niet genoemd). Hij is slim, vastberaden en eigenwijs, zoals de hoofdpersoon van een kinderboek hoort te zijn. En dat komt goed uit, want zijn ouders tonen zich niet erg begripvol of standvastig en hij moet voor zichzelf opkomen.


Dit ontroerende verhaal over ware vriendschap en opoffering, is semi-autobiografisch. Neil Gaiman noemt het zijn meest persoonlijke boek. Het huis, het laantje, het innerlijk van het jongetje zijn hetzelfde als bij hem, maar de jeugd niet. Hoe de jeugd van Gaiman dan wel verlopen is weet ik niet, maar die zal ook niet doorsnee zijn geweest. Als zevenjarige werd hij van school gestuurd omdat zijn ouders lid waren van de Scientology-beweging. Gaiman zelf heeft hier overigens niets mee.

Als je dit boek indeelt als fantasy, doe je het toch echt te kort. Het overstijgt dit genre ruimschoots. Magisch realisme zou kunnen, beelden uit het onbewuste lijken hier deel uit te maken van de werkelijkheid. Laat ik het maar houden op een combinatie van realisme en fantasie, er is genoeg ruimte om er zelf betekenis aan te geven. Belangrijk is dat het voor deze zevenjarige realiteit was op dat moment. Gaiman vindt dat de wereld waarin we als kind leefden een wereld is die literaire genres overstijgt, een wereld die simpelweg bestond en waarin wij ons best deden ons staande te houden. Voorin het boek staat dan ook een citaat van Maurice Sendak met een dergelijke strekking.

Ik vind het geen boek voor de e-reader, daarvoor is de vormgeving te mooi. De afbeelding bijvoorbeeld op de stofomslag, of de glittertjes op de harde kaft. Maar dan moet je er wel snel bij zijn, want ik heb begrepen dat dit alleen bij de (Nederlandse) eerste druk het geval is. En misschien is het nog leuker om het boek in de originele taal te lezen, want de sfeer is ontzettend Engels.