De werkzaamheden voor de kustversterking bij Katwijk zijn in volle gang. Het strand oogt als een slagveld. Er ligt een schip uit Denemarken vlak voor de kust dat de zandsuppletie verzorgd, dit zand wordt op het strand gespoten. Daarboven en omheen grote zwermen meeuwen, ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Ze hebben nu min of meer het strand terugveroverd, nadat ze uit het dorp zijn verjaagd door de inzet van roofvogels. Ik vraag me af of er nog mooie vondsten gedaan kunnen worden in dit opgespoten zand, botten van mammoeten en ijstijddieren, zoals dat bij de Zandmotor het geval is. Vanaf de Boulevard wordt alles gadegeslagen door een groot aantal toeschouwers. Een samenscholing van voornamelijk mannen van zekere leeftijd. Commentaar is er niet tekort. Het volk murmureert. Grootste pijnpunt schijnt te zijn dat er hier (ook) een parkeergarage komt. De woorden kustverdediging of noodzakelijk hoor ik nauwelijks. Het wil er kennelijk niet in dat hier het nuttige met het nuttige verenigd wordt. Nee, aangenaam vind ik het zelf ook niet. Ik baal stevig dat ik de hele herfst en winter niet het strand op kan om eens lekker uit te waaien.
De parkeergarage zal vast goed gevuld gaan worden. |
In Katwijk wijzen alle neuzen dezelfde kant op. |