Ik doe al geruime aan tijd aan Yoga en ervaar mijn lichaam bij de oefeningen meestal als prettig-lenig. Zo levert bijvoorbeeld de lotushouding voor mij geen enkel probleem op, terwijl ik hier nooit voor geoefend heb of iets dergelijks. Ik kan met gemak eventueel uren in die houding blijven zitten. Een collega maakte mij er op attent dat ik dan wel eens hypermobiel zou kunnen zijn. Aangezien ik daar nog nooit van gehoord had en het toch een beetje als een soort afwijking klonk, vond ik het interessant genoeg om mij daar eens wat in te verdiepen.
Allereerst kwam ik erachter dat met mobiliteit iets anders kan worden bedoeld dan met lenigheid. Mobiliteit betreft dan de gewrichten, lenigheid de spieren. Als je lenig bent, kun je bewegingen op een functioneel gezonde manier uitvoeren. Vooral schouder- en heuplenigheid zijn essentieel voor een gezonde manier van bewegen. Lenigheid is een eigenschap die met het ouder worden vaak snel afneemt. Je wordt dan stijf, maar als je aandacht besteedt aan je lenigheid, kun je dit proces aanzienlijk vertragen. Allerlei vormen van Yoga zijn heel geschikt om je lenigheid te trainen. Het verlies aan flexibiliteit bij het ouder worden heeft overigens meer te maken met een verlies aan mobiliteit dan met een verlies aan lenigheid. Dus waarschijnlijk is mobiliteitstraining zinniger dan rekoefeningen voor je spieren als je wilt voorkomen dat je een stijve oudere wordt.
Nu is de een van nature leniger dan de ander, erfelijkheid speelt hierbij een grote rol. Anatomische factoren als de elasticiteit van het spierweefsel, de pezen, kapsels en banden van gewrichten en de huid, en het vermogen van de spier om te ontspannen en samen te trekken. Maar ook externe factoren zoals het tijdstip van de dag, de leeftijd, de gedrevenheid (die grenzen kan verleggen), het geslacht (vrouwen zijn leniger) en de temperatuur van de omgeving (hoe warmer, hoe leniger, denk aan het succes van Bikram Yoga bij 40°C).
Maar lenigheid/mobiliteit kan een keerzijde hebben. Te lenig/hypermobiel zijn is behoorlijk lastig. Als je hypermobiel bent, zijn je banden en pezen te soepel. De gewrichten krijgen daardoor niet genoeg steun en worden te beweeglijk en instabiel. Je hoeft hier geen last van te hebben, maar het is wel mogelijk dat je pijn krijgt aan je spieren of gewrichten. Ook kunnen de spieren sneller overbelast raken doordat zij het gebrek aan stabiliteit in het gewricht gaan compenseren. Een milde vorm van gewone hypermobiliteit is bijvoorbeeld de zwakke enkel.
Bij extreme spier- of gewrichtsklachten door hypermobiliteit is sprake van het hypermobiliteitssyndroom. Deze mensen hebben vaak last van ontwrichtingen en er kunnen allerlei nare complicaties optreden. Op internet staan verschillende eenvoudige tests om hypermobiliteit vast te stellen.
Maar gelukkig kan er ook sprake zijn van gegeneraliseerde hypermobiliteit. Hieronder vallen de mensen die hypermobiele gewrichten hebben, maar hier geen hinder van ondervinden. Bij sommige beroepen en hobby's zijn soepele gewrichten juist een voordeel en zie je dan ook relatief veel mensen met hypermobiliteit. Bijvoorbeeld balletdansen, muziek maken, turnen en inderdaad: Yoga.
Deze asana wil ik graag eens leren (schorpioen). |