Ik blijf nog even in de vleessector hangen. Deze reclameposter kwam ik tegen bij Albert Heijn. Ik was gefascineerd door de stompzinnigheid ervan: een olijke worst (een vermalen dier in zijn eigen darmen geperst) verklaart trots te zijn op het goede leven van de slachtdieren van AH, want "bijna al het verse varkensvlees van AH krijgt een ster van de Dierenbescherming".
Wat houdt dat precies in, zo'n ster van de Dierenbescherming? Op hun website kijk ik het even na: 20% meer ruimte voor het dier, korter vervoer, niet castreren en maar half ontstaarten. Moet je daar dan trots op zijn? Ik denk dat dit heel normale basiseisen zijn. Nog even en dan is het een pluspunt dat het dier gewoon mag ademhalen. Pas bij drie sterren mogen de dieren ook naar buiten. Maar daar zit Albert Heijn nog heel ver van af. Zij gaan prat op hun ene ster en doen net of hun varkens in een wellnesshotel vertoeven.
Dat hele sterrensysteem van de Dierenbescherming levert ook nog eens extra omzet op! Dat vermelden ze zelf triomfantelijk op hun website. In totaal (dus ook bij AH) steeg de omzet in vleeskeurmerken met maar liefst 240 miljoen euro. Hoeveel varkens zijn dat?
De sterrenvarkens hebben ook recht op "afleiding". Op het filmpje zie ik wat varkens aan een stuk ketting trekken. Volgens de boerin hebben ze plezier en zitten ze "lekker" in hun vel. Des te erger, denk ik dan, dat ze straks omgelegd worden. Want, om Loesje te parafraseren: hoe plezierig het varken ook geleefd had, dood wilde hij niet.