vrijdag 12 juli 2013
Dillenburg
Omdat ik er toch in de buurt was, leek het me leuk om het stadje Dillenburg in Hessen (Duitsland) te bezoeken. Bij de lessen Vaderlandsche Geschiedenis op school was mij nog geleerd dat dit de geboorteplaats is van de founding father van onze natie: Willem van Oranje.
En inderdaad wordt dit feit je wel ingepeperd als je eenmaal door het stadje loopt, dat zich sterk profileert als de bakermat van het Nederlandse koningshuis. Soms krijg je bijna de indruk dat Nederland eigenlijk vanuit Dillenburg geregeerd wordt. Oranjegezinde landgenoten kunnen hier hun hart ophalen en het zal ongetwijfeld de bestemming zijn van menig uitstapje van Oranjeverenigingen her en der in het land. Veel zaken worden hier zelfs in het Nederlands aangegeven! Tamelijk uniek voor Duitsers, die er toch om bekend staan waar ook ter wereld gewoon ijzerenheinig en stug Duits te blijven spreken tegen wie dan ook.
Het eerste wat je opvalt in dit kleine stadje is de gemütlichkeit, er heerst een typische niets-aan-de-hand sfeer. Veel fraai gerestaureerde vakwerkhuizen en grijze leistenen daken. Het panorama wordt gedomineerd door de toren van het voorvaderlijk kasteel van de familie Nassau, slot Dillenburg. Hier werd in 1533 Willem geboren, maar helaas is er nagenoeg niets meer van over nadat het in 1760 grondig en doeltreffend door de Fransen verwoest werd. Zelfs de toren is een soort van nep, die is er in 1872 aan toegevoegd.
In de tuin staat een nogal lelijk standbeeld van Willem, dat in 2000 onthuld werd door koningin Beatrix. In de toren is nu een Oranje-Nassaumuseum gevestigd, met daarin o.a. een maquette hoe het slot er in beter tijden uitgezien heeft en verder veel afbeeldingen van Nederlandse royalty. Via een grote en uitgebreide stamboom probeert men ons er van te overtuigen dat de huidige Nederlandse koninklijke familie rechtstreeks van Willem van Oranje afstamt, terwijl iedereen toch met het blote oog kan zien dat dat beslist niet het geval is.
Hoe dan ook, dit museum is toch meer iets voor de echte Oranjefans. Ikzelf vond bijvoorbeeld het vlakbij gelegen museum Villa Grün veel leuker. Dit streekmuseum biedt van alles wat. Er was een tijdelijke expositie met moderne kunst en verder veel aandacht voor de economische geschiedenis van de streek, de industrie en de mijnbouw. Zo is er bijvoorbeeld de eerste inbouwkeuken (1945!) te zien, althans de eerste in 'massaproductie'. Tot 1948 zijn er zo'n 5000 verkocht, allemaal aan de Amerikaanse bezettingstroepen. Alle snufjes en handigheidjes voor de moderne huisvrouw (en man) zitten er al in verwerkt. Het moet in die tijd wel heel bijzonder en futuristisch geoogd hebben. De uitvinder en zakenman Werner Sell was ook verantwoordelijk voor de moderne vliegtuigkeukens en prefabhuizen. Het bedrijf bestaat nog steeds.
En in Dillenburg is ook de bekende Staatsstoeterij met Hessische warmbloeden gevestigd. Het complex dat al sinds 1769 bestaat wordt tegenwoordig als een zelfstandig staatsbedrijf geleid. Men zet hier de traditionele hengstenhouderij voort en verzorgt de opleiding en bijscholing van ruiters. Er worden regelmatig paardensportmanifestaties gehouden.