Het ziet
er naar uit dat dagjesmensen in Venetië vanaf volgend jaar een toegangskaartje
moeten kopen (€10). Met deze maatregel probeert het stadsbestuur het
massatoerisme te reguleren. Of het zal helpen, weet ik niet. Natuurlijk gaan deze
toeristen gewoon weer met z’n allen naar precies dezelfde plaatsen als altijd (San Marco
Plein, Rialtobrug etc.), maar een district wat ze vrijwel zeker allemaal
zullen overslaan is Castello. Dat is ook nu al het geval.
De lat ligt hoog in deze stad, en vergeleken met de rest van Venetië is Castello toch minder fraai. Een volkswijk zonder paleizen en dergelijke, en met een niet bepaald uitbundige kerk: San Pietro di Castello. Het is bijna niet te geloven dat dit een van de belangrijkste kerken van Venetië was, de ‘kathedraal’, met de zetel van de bisschop en later zelfs de patriarch van Venetië. Hier in een uithoek van de stad, ver weg van het feitelijke machtscentrum, maar op een steenworp afstand van het Arsenaal, de enorme scheepswerf met zijn massaproductie, waarvan het lawaai, vuil en de hitte door Dante werd vergeleken met de hel. Geen toplocatie dus.
In het
eigenwijze Venetië had de patriarch eigenlijk geen macht meer, die lag bij de
Doge en de ‘staatskerk’ San Marco. Waarschijnlijk wilde het bestuur dat met
deze ongunstige plek nog eens extra inpeperen bij de Katholieke Kerk.
de klokkentoren (campanile) |
op de achtergrond de muur van het Arsenaal |