Mooie tijden voor de liefhebbers van de Russische
literatuur. Verhaal van een leven, de
autobiografie van Konstantin Paustovski (1892-1968) wordt opnieuw uitgebracht
(nu in drie kloeke delen in plaats van zes) en van dezelfde schrijver verscheen
ook Goudzand, bijna 700 bladzijden aan
verhalen, dagboeken en brieven. Je zou dus kunnen zeggen dat Paustovski het
vooral van zijn herinneringen moet hebben, en inderdaad is ook zijn eerste fictieboek De romantici sterk
autobiografisch te noemen. Deze roman verscheen voor het eerst in 1935, maar werd door Paustovski geschreven in de periode 1916-1923. Volgens zoon Vadim heeft zijn vader er in de tussenliggende jaren
nog flink aan geschaafd.
De romantici werd dit jaar opnieuw uitgegeven door Van Oorschot (voor die uitgeverij heel schappelijk geprijsd) en het was voor mij een eerste
kennismaking met het werk van Konstantin Paustovski. Gezien zijn reputatie waren
mijn verwachtingen hooggespannen, en gelukkig werd ik daarin niet
teleurgesteld. Ik heb erg genoten van dit boek vol sentimentele observaties,
prachtige zinnen en sfeertekeningen. De korte hoofdstukken zijn stuk voor stuk
juweeltjes, die je ook als afzonderlijk fragment zou kunnen lezen. Ik heb mij
dan ook ingehouden en niet alles in een keer uitgelezen.
Het boek over de jeugd van Maksimov (Paustovski's
alter ego) bestaat uit drie delen: de tijd met studievrienden in Kiev,
journalistiek werk in Moskou en het front in Polen (Eerste Wereldoorlog). De
hoofdpersoon komt nogal getergd over, allereerst door een ingewikkelde
liefdesgeschiedenis. Hij kan maar niet kiezen tussen zijn jeugdliefde Chatidzje
en de actrice Natasja, twee totaal verschillende vrouwen die hem adoreren. Een
luxeprobleem dat natuurlijk veel onrust geeft bij deze jongeman. Daarnaast
heeft hij een ambitieuze, intense drang tot schrijven, maar is ontevreden over
de resultaten tot dusver. Je kunt pas schrijven als je iets te schrijven hebt, als je geleefd en beleefd hebt, vindt Maksimov. Hij wil de
gedragingen van de mens ten diepste begrijpen en doorgronden. De jeugdige
hoofdpersoon/schrijver lijkt hierin
nogal op Maxim Gorki in zijn Jeugdherinneringen.
Maar soms moet je uitkijken met wat je wenst, in deel
drie van het boek krijgt Maksimov namelijk genoeg "levensmateriaal"
om over te schrijven. Hij bevindt zich aan het front, en beschrijft de
verschrikkingen daarvan op een indrukwekkende manier die doet denken aan De rode ruiterij (1924) van Isaak Babel.
Typerend voor Paustovski wellicht is de manier waarop de hoofdpersoon in deze
omstandigheden de moed er in probeert te houden: op zijn veldbed leest hij Rabindranath
Tagore en hij "scheert zich elke dag". Helaas vind ik het derde deel
niet zo passen bij de rest van het boek. Het slot lijkt ook te kort en maakt
daardoor (ondanks al het literaire schaafwerk) een afgeraffelde indruk.
Het nawoord van zoon Vadim Paustovski uit 1995, met
een soort wie-is-wie, is erg interessant.
Uitgeverij Van Oorschot
Derde, herziene druk februari 2017
271 blz.