zaterdag 13 april 2013

Don't Look Now

Laatst schreef ik over de 'donkere' kant van Venetië (hier), zoals je die bijvoorbeeld kunt proeven als je 's avonds door de stad wandelt. De duistere straatjes, het labyrint, de geheimzinnige en overweldigende sfeer van deze eeuwenoude stad. Precies deze sfeer komt geweldig tot z'n recht in de occulte thriller Don't Look Now van regisseur Nicolas Roeg uit 1973. Het is een van mijn favoriete films en daarom leek het me leuk om eens wat van de filmlocaties in de stad op te zoeken.

Don't Look Now is een verontrustende en griezelige film, die nog lang blijft hangen als je hem gezien hebt. De plot is een mozaïek, in stukjes opgeknipt waardoor tijd en verhaallijn niet meer chronologisch zijn. Er zijn vooruit- en terugblikken naar belangrijke gebeurtenissen en er wordt associatief gebruik gemaakt van terugkerende motieven. Het bevat veel aanwijzingen en details en  verdient meer dan een keer kijken.


De hoofdrolspelers Donald Sutherland en Julie Christie zijn het Engelse echtpaar John en Laura Baxter dat, nog rouwend om de dood van hun dochtertje, in Venetië in aanraking komt met twee merkwaardige zussen waarvan er één helderziend is. Zij zegt contact te hebben met het overleden meisje. Laura komt steeds meer onder invloed van de twee zussen en John, die meehelpt aan de restauratie van een kerk, denkt ook telkens zijn dochter te zien. Intussen is in de stad is een seriemoordenaar actief. Het is een film over rouw en rouwverwerking. Met hun reis naar Venetië vluchten de Baxters voor hun persoonlijke tragedie.


Water en de kleur rood hebben in de film een prominente rol. Het verhaal opent met de verdrinkingsdood van het dochtertje van John en Laura. De gekweekte verontrustende, ongemakkelijke sfeer blijft de hele film domineren. De dreiging van water vindt later z'n onheilspellende weerklank in de kanalen van Venetië. De kleur rood keert in elke scene terug. Maar wat je nog het meest bijblijft van de film is het griezelige figuurtje in het rode jasje met de puntmuts, dat door duister Venetië rondwaart. Een glimmend rood regenjasje zoals het dochtertje droeg toen ze overleed.

De kleur rood heeft overigens zo haar eigen geschiedenis in Venetie. In de 16e eeuw waren Joden verplicht rood te dragen als herkenningsteken. Later werd dit veranderd in geel toen bleek dat ze te veel op kardinalen leken.


Roeg toont hier een niet zo toeristisch Venetië, gefilmd buiten het seizoen in januari en februari, winters grauw, vreemd en spookachtig leeg en verlaten. Een treurige, zelfs morbide plek van sinistere schoonheid. Roeg benut deze grimmige kwaliteiten volledig: "Het San Marco Plein is niet Venetië…". Dit plein is dan ook maar even in de film te zien, de locaties bevinden zich in de achterafstraatjes en buitenwijken. Roeg: "Venetië is fantastisch, een kunstwerk dat zichzelf slechts langzaam prijsgeeft. En schoonheid heeft haar duistere kant". Niet bepaald het Venetië van de reisgidsjes en posters dus. Het bleek overigens nog moeilijk filmen in de stad, vooral door de getijden die logistieke problemen veroorzaakten.


Don't Look Now (ook al weer 40 jaar oud!) werd destijds redelijk goed ontvangen door de recensenten, hoewel ze de film maar moeilijk vonden om in te delen. Men was vooral enthousiast over het 'sfeervolle' gebruik van locaties in Venetië. De Venetianen zelf waren minder blij met de film die naar hun mening de toeristen zou afschrikken. Helaas raakte de promotie wat ondergesneeuwd door alle aandacht voor The Exorcist, die in hetzelfde jaar werd uitgebracht. In de loop der jaren is de reputatie van Don't Look Now alleen maar gegroeid en nu wordt ze gerekend tot de klassieke Britse films, een cultfilm, ook voor de nieuwe generaties filmmakers.


De plot is gebaseerd op een novelle van Daphne du Maurier, die overigens erg tevreden was met de wijze waarop haar verhaal verfilmd was. Dat hoor je wel eens anders. Du Maurier schreef behalve historische verhalen ook een aantal horrorverhalen. Rebecca en The Birds zijn verfilmd door Alfred Hitchcock. "Don't look now, but..." was een favoriete uitdrukking in de Du Maurier familie. Daphne vond het heerlijk om in een restaurant mensen en hun eigenaardigheden  te observeren en daar vervolgens haar man en kinderen op te attenderen.

Ze worstelde haar hele leven met haar seksuele identiteit. "Venetian" was haar privé-woord voor lesbienne en "going to Venice" haar code voor het hebben van een lesbisch seksueel avontuur. Lang voor het verhaal geschreven werd ging ze naar Venetië om de dood van een geliefde (Gertrude Lawrence) te verwerken. Enkele belangrijke elementen in het verhaal vergaarde Du Maurier tijdens haar vele reizen naar Venetië. Zo zag ze er ooit twee zussen, waarvan er een blind was en verwarde ze ooit een dwerg in een jas met een puntmuts met een klein meisje. Ze was haar hele leven gefascineerd door helderziendheid en toekomst voorspellen. Belangrijke elementen van de plot.

De filmlocaties in Venetië

Hotel Gabrielli Sandwirth nu.

De buitenkant en de lobby van Hotel Gabrielli Sandwirth aan de Riva degli Schiavoni zijn het decor voor het fictieve Europa Hotel in de film. Maar de suite van de Baxters bevindt zich in het Hotel Bauer Grunwald, vlak bij het San Marco plein, waar meer ruimte was voor de camera’s. Dit is ook de locatie van de veelbesproken liefdesscène van het echtpaar. Beide luxe hotels zijn, zelfs naar Venetiaanse maatstaven, nogal prijzig.

San Nicolò dei Mendicoli nu.

John en Laura bij het bruggetje van de vorige foto (rechts).

John en Laura bij de ingang van de kerk.

De ingang van de kerk nu.

De San Nicolò dei Mendicoli (Sint Nicolaaskerk) vind je in een uithoek van Venetië. Het is de kerk waar Baxter werkt aan de restauratie, vervallend en van dubieuze architectonische waarde. Het viel voor de location scouts nog niet mee om een geschikte kerk te vinden. De ontdekking van dit gebouw was dan ook een gelukkig toeval: recent gerenoveerd en zelfs de steigers stonden er nog. De Sint Nicolaaskerk wordt niet vaak in de reisgidsjes genoemd. De buitenkant oogt wat saai, maar binnen is de kerk rijk versierd met beelden en plafondschilderingen. Het mozaïek waaraan in de film gewerkt wordt bestaat niet in het echt. In de film is het interieur gevuld met steigers, ladders en dergelijke.

Ristorante Roma nu.

Het restaurant waar John en Laura de twee vreemde zusters ontmoeten is het Ristorante Roma naast de Scalzi brug vlakbij het treinstation. Vanaf deze brug kijk je op de Canal Grande en links is de aanlegplek waar Laura uit het restaurant naar de waterambulance gedragen wordt, nadat ze flauwgevallen is.

De achterdochtige rechercheur volgt Baxter door de wijk San Polo in het hart van de stad.

Hotel La Fenice et Des Artistes, San Marco 1936, Campiello Fenice,  waar de twee zusters verblijven ligt ten westen van het San Marco Plein. Vanaf hier lijkt het in de film maar en paar minuten lopen voor John naar de Calle di Mezzo.

Calle di Mezzo nu. De man vooraan is de enige gondelier die ik ooit heb horen zingen in Venetië. Ik heb wel nu en dan een fluitende gondelier gesignaleerd.

Het bruggetje uit de film nu.

Het bruggetje met een hollende John.

Deze nauwe straat met een smal kanaal staat haaks op de Fondamenta San Severo, maar in werkelijkheid ligt ze op ruim een kwartier afstand. Op deze plek vindt de lugubere confrontatie plaats van John met het figuurtje in het rode jasje met de puntmuts waarvan John denkt dat het zijn dochtertje is.

Steegjes rond de Calle di Mezzo




 Na een wilde achtervolging door de duistere nauwe steegjes en langs smalle bruggetjes ziet hij het figuurtje langs een ijzeren hek glippen voordat het verdwijnt in een gebouw.




De poort met het hek nu.

Het is de poort van het Palazzo Grimani, het hek ligt langs het water. Het is de locatie van het macabere finale moment. Als ik er ben wordt het verbouwd en ik kijk naar de verlaten bouwplaats.

Gesloten poorten van het Palazzo Grimani.


De hekken en poorten zitten op slot, maar door de film vind ik die plek zo naargeestig dat betreden ervan me toch zou tegen staan.


Het palazzo lag er jaren verlaten bij, maar na de renovatie is het een museum geworden. Ik moet het nog steeds eens bezoeken.

De San Stae Kerk nu.



De begrafenisscène aan het eind van de film start langs de Canal Grande bij de 17e eeuwse San Stae kerk in het noordelijk deel van de wijk Santa Croce.

Bizar toch?

Tijdens mijn speurtocht door de stad stond er voor me op de volle vaporetto een kleine figuur in een rood jasje met een puntmuts... Vond ik toch wel bizar. Om het "mysterie" in stand te houden heb ik niet gekeken wie of wat het was.

Volgende keer weer eens iets over zonnig Venetië.