Amy Liptrot heeft allerlei baantjes, onder andere bij de Vogelbescherming, en ze werkt mee aan een kwartelkoningonderzoek. Een hoofdstuk van haar boek is daar speciaal aan gewijd. De kwartelkoning (corncrake in het Engels) is een bedreigde vogelsoort die leeft op het boerenland, waar hij zich verschuilt in het hoge gras. Het is Amy's taak als corncrake officer om de mannetjes te lokaliseren, dit gebeurt 's nachts als de vogels roepen. Ze maken een geluid als 'van een bankpasje dat over een kam wordt geschraapt': crex crex, en dat is dan ook precies de naam van deze vogel in het Latijn.
Het lijkt erop dat de kwartelkoning amper kan vliegen en dan nog met grote tegenzin. Daarom sneuvelen er ook zo veel door de landbouwmachines. Door de toegenomen mechanisering van de landbouw is hun aantal in korte tijd enorm afgenomen. Liptrot gaat de boeren op het eiland (die haar The Corncrake Wife noemen) af om ze over te halen hun land in een ander patroon te maaien, van binnen naar buiten. Dan worden de vogels niet ingesloten en kunnen ze nog ontsnappen.
Omdat de corncrakes kennelijk niet vliegen gaan er bij de lokale bevolking allerlei verhalen rond waar ze dan zouden blijven: ze zouden "ondergronds" gaan, of in een waterhoentje veranderen, of zelfs meeliften op de rug van andere vogels. In 2011 werd het serieus onderzocht met minuscule geolocators aan de poten van de vogels. En wat bleek tot ieders grote verbazing: de corncrakes vlogen helemaal naar Congo in Centraal-Afrika! Erg grappig vind ik dat. Helaas komt maar zo'n 30% weer terug naar Orkney, omdat er in Afrika met netten op ze gejaagd wordt.
Binnenkort meer over dit fijne boek.