woensdag 15 januari 2014

Maxim Gorki: Jeugdherinneringen


Vorig jaar verscheen bij de Arbeiderspers, in de onvolprezen privé-domeinreeks, Jeugdherinneringen van de Russische schrijver Maxim Gorki (1868-1936). Ik kreeg het boek kado en was bijzonder blij met dit genereuze gebaar, want het was al weer tijden geleden dat ik een 'Dikke Rus' gelezen had. En met bijna 900 bladzijden is deze trilogie zeker dik te noemen, maar laat je hier niet door afschrikken, want ondanks de nogal rauwe en wrede inhoud leest het behoorlijk vlot weg.

Gorki betekent "de Bittere" en is het pseudoniem van Aleksej Maksimovitsj Pesjkov. Tegenwoordig wordt hij nauwelijks nog gelezen, maar dat is wel eens anders geweest. Hij heeft lange tijd de wind flink mee gehad, bijvoorbeeld omdat zijn carrière samenviel met de grote alfabetiseringscampagne in Rusland aan het einde van de 19e eeuw. Daarmee verdubbelde het aantal potentiële lezers en werd hij de meest gelezen schrijver van zijn generatie. Hij was een schrijver uit het volk en van het volk, de grondlegger van het sociaal-realisme. Door zijn politieke bemoeienissen is hij tamelijk omstreden. Hij was een steunpilaar van Lenin en protegé van Stalin, gelauwerd als staatsschrijver van de Sovjet Unie, zijn geboorteplaats Nizjni Novgorod is tussen 1932 en 1990 "Gorki" genoemd als eerbetoon. Het heeft hem allemaal niet geholpen, want ook hij stierf uiteindelijk onder verdachte omstandigheden.


Het autobiografische Jeugdherinneringen is geschreven tussen 1912 en 1922 en bestaat uit drie delen.
In deel 1 Kinderjaren beschrijft Gorki, die op 10-jarige leeftijd weeskind werd, hoe hij opgroeide bij zijn sadistische, tirannieke grootvader en zijn goedmoedige, bijgelovige grootmoeder. Het is een harde, nare wereld vol geweld, achterdocht, drankmisbruik, vernedering en tegenslag. Iedere vorm van menselijkheid lijkt afwezig en niemand is te vertrouwen.
In deel 2 Onder de mensen moet de 14-jarige Gorki voor zichzelf zorgen en heeft allerlei baantjes, zoals loopjongen, bordenwasser op een schip en leerling in een iconenatelier (dit klinkt braver dan het is).
Deel 3 Mijn universiteiten vertelt zijn belevenissen als jongeman in Kazan, tussen prostituees, havenarbeiders, anarchisten en alcoholisten.

Kortom een jeugd vol afzien en ontbering, die je niemand zou toewensen, maar die een rijke bron van inspiratie en levenslessen vormde voor deze jongen, die al vroeg beseft dat hij schrijver wil worden en een intense drang heeft de gedragingen van de mens te willen begrijpen.

Het boek is interessant en leerzaam door de beschrijving van de Russische samenleving van voor de revolutie van 1917. Aan de ene kant kun je zeggen dat die cultuur, de wereld van toen, totaal verdwenen is. Aan de andere kant kun je duidelijk parallellen herkennen met het huidige Rusland onder Poetin. De volksaard lijkt niet veranderd en er zit een zekere tragische regelmaat en terugkeer in de geschiedenis van Rusland. Dictators, corruptie, oorlog, armoede, alcoholisme, hebzucht en revoluties.