|
Praag, klok in getto. |
Een boek dat verlangen oproept om een bepaalde stad of land bezoeken. Ja, dat maak ik vaak genoeg mee, maar meestal is de omgekeerde volgorde het geval. Als ik ergens geweest ben, op vakantie, op doorreis of gewoon uit nieuwsgierigheid vind ik dat meestal inspirerend genoeg om mij in die locatie te verdiepen, liefst door middel van boeken. Veelal non fiction, maar soms via een mooie roman. Een verhaal dat zich afspeelt op een plek die je "kent", heerlijk is dat.
Leningrad, verhalen van een stad bijvoorbeeld vond ik erg goed.
Toch heb ik ook plaatsen bezocht naar
aanleiding van een gelezen boek of verhaal, jazeker. In de jaren 80 dweepte ik met de boeken van
Hubert Lampo (1920-2006), een Vlaamse schrijver die nu helaas en onterecht vergeten lijkt te zijn. Ik had toen dolgraag Stonehenge eens bezocht, maar dat is er eigenlijk nooit van gekomen. Terugblikkend kan ik wel constateren dat Lampo aan het begin stond van mijn literaire reis. Hij heeft mij op het spoor gezet van veel prachtige boeken en twee van mijn meest favoriete schrijvers:
Herman Hesse en
Gustav Meyrink.
|
Hubert Lampo |
Gustav Meyrink (1868-1932) werd geboren in Wenen, maar heeft jaren in Praag gewoond. Hij werd zijn hele leven lang geboeid door occultisme en het buitenzinnelijke. Meyrink was een kenner van alchemie, kabbala en taoïsme. Hubert Lampo omschrijft zijn werk als
esoterisch magisch realisme.
Meyrinks eerste roman
De Golem uit 1914 maakte grote indruk op mij. Het is mysterieus, spannend en staat bol van symbolisme. De geraffineerde compositie maakt dat het leest als een droom. Het is geen gemakkelijk boek, je moet goed bij de les blijven. Er zijn veel raadsels en zijlijntjes. De oude Joodse legende van de Golem, een kleifiguur tot leven gewekt door de Praagse opperrabbijn en alchemist Löw om de Joden in zijn stad te beschermen, wordt hier vermengd met de lotgevallen van de cameeënsnijder Athanasius Pernath. Decor van dit hallucinerende verhaal is het labyrintische oude getto van Praag.
|
Gustav Meyrink |
Ik kan wel stellen dat
Praag, de stad die ik al had leren kennen via de werken van Franz Kafka en de avonturen van soldaat
Svejk, na het lezen van dit boek een enorme aantrekkingskracht op mij uitoefende. Ik moest en zou daar eens naar toe, de sfeer proeven, het getto bezoeken en uiteindelijk heb ik dat ook gedaan, eind jaren 80 voor de eerste keer.
Ik had er de beste gids die je je kunt wensen. Jarmilla, een dame op leeftijd die er nog trots op was dat ze ook eens de gids was geweest van Richard Nixon, toen hij nog niet de president van de Verenigde Staten was. Als historica wist zij in de stad veel speciale plaatsen met een geschiedenis aan te wijzen. Ik vertelde haar over het
graf van Comenius in Naarden. Zij zat vol verhalen over Praag tijdens de tweede wereldoorlog, een periode die zij als jonge vrouw had meegemaakt. Zo maakte ik op een speciale manier kennis met het verhaal rond de aanslag op Heydrich, lang voordat het door Laurent Binet in
HhhH beschreven werd. Ook bezochten wij
Lidice.
En natuurlijk heb ik ook veel plaatsen die in
De Golem een rol spelen bezocht. De oeroude synagoge, wat er nog over was van het oude getto en natuurlijk de Joodse begraafplaats met het graf van
rabbi Löw (overleden in 1609). Een magische plek, maar dat geldt wat mij betreft voor heel Praag. Jarmilla vertelde dat ze lang geleden een adellijk Engels esoterisch gezelschap had rondgeleid dat zeer speciale aandacht had voor rabbi Löw. Ze deed er nog wat lacherig over: "Haha, you know... Frankenstein...".
Na deze indrukwekkende reis las ik alles wat los en vast zat over Praag, zoals bijvoorbeeld het hele oeuvre van Milan Kundera. Overigens heb ik ook eens een stad bezocht naar aanleiding van een
film. Ik kan 1001 redenen bedenken om
Venetië te bezoeken, maar een keer heb ik dat gedaan om alle filmlocaties op te sporen van
Don't look now (zie
hier).
In de serie #50 books stelt Hendrik-Jan de Wit elke week een vraag over boeken en leesgedrag. Je kunt daarover meebloggen. Zie
hier.