Voor "the most beautiful bookshop of all time" moet je in Maastricht zijn volgens The Guardian. Dat zou Boekhandel Selexyz Dominicanen zijn. Ik ben gek op boeken en boekwinkels, dus dat wilde ik wel eens met eigen ogen zien.
Deze "bookshop made in heaven" is gevestigd in de 13e eeuwse gotische Dominicanenkerk vlakbij het Vrijthof. En natuurlijk was ook ik onmiddellijk onder de indruk van de charme van deze oude kerk, de bijzondere architectuur van het interieur, de fresco's, de zeventiende-eeuwse gewelfschilderingen en uiteraard de enorme hoeveelheid boeken.
De kerk heeft een lange en kleurrijke geschiedenis maar heeft al ruim 200 jaar haar religieuze functie verloren. Zij werd ondermeer gebruikt als opslagplaats, expositieruimte, carnavalszaal en fietsenstalling.
Het bijzondere en prijswinnende interieur van deze boekwinkel werd ontworpen door architectenbureau Merkx + Girod. Eerst werd de kerk van allerlei toevoegingen en veranderingen ontdaan en werd het veertiende-eeuwse fresco met voorstellingen uit het leven van Thomas van Aquino schoongemaakt. Enkele onderdelen van de kerk kregen een nieuwe bestemming, in het voormalige koor werd bijvoorbeeld het café gesitueerd dat ook dienst doet als cultureel podium. Voor de boeken werd 1200 vierkante meter gerealiseerd (op 750 vierkante meter vloeroppervlakte), hiervoor werd de ruimte niet met bruggen overspannen, maar werd er gekozen voor een gigantische zwarte inloopboekenkast met twee verdiepingen, een soort boekenflat, die de hoogte en de architectuur van het gebouw juist benadrukt. Het geheel bestaat uit twee boekenkasten van dertig meter lang en 7,5 meter hoog.
Er werd ook vloerverwarming aangelegd. Dat zal niet eenvoudig geweest zijn. In de kerk zijn namelijk minstens 200 verstoorde en elf onverstoorde graven gevonden. Het oudst aangetroffen graf lag midden in de kerk en zou wellicht dat van de heilige Winand kunnen zijn, de eerste prior.
Het kunstwerk voor de hoofdingang stelt een reliekschrijn voor en is gemaakt van verroest cortenstaal.
Eerder dit jaar was het kantje boord voor de noodlijdende winkelketen Selexyz. Maar er kwam een nieuwe eigenaar die een doorstart maakte samen met de winkels van de Slegte. Ook in Maastricht werd er opgelucht ademgehaald.
Ook een beetje De Herfstblues inmiddels?
Donkere wolken, storm & regen, dalende temperatuur.
Tijd voor wat tegengif: pannenkoeken, bokbier en een beetje Brel.
Ineens was hij er weer (of misschien wel zij?). Dat enorme witte konijn. In de smalle groenstrook tussen bedrijventerrein en autoweg zag ik hem vaak zitten, meestal alleen maar soms met een zwartgestipte maat.
Hoe komt die hier terecht? Wat is het verhaal? Ontsnapt, losgelaten, in de berm geboren? Ik maakte me ook wel een beetje zorgen over z'n overlevingskansen. Niet dat hij iets te kort leek te komen, gezien zijn omvang en de prettige hoeveelheid groen. Maar ja, het wordt wel winter. Hij was ook nog verrassend snel. Scholieren deden soms een halfslachtige poging om hem te vangen en ook een keer een groepje opgewonden Chinezen, tot m'n opluchting tevergeefs. Toen er aan de weg werd gewerkt was hij ineens verdwenen. Ik hield m'n hart vast, zoiets moet toch een soort aardverschuiving zijn in het universum van zo'n dier.
Tot nu dus. Fietsend naar mijn werk passeer ik hem op enkele meters afstand en we kijken elkaar diep in de ogen, althans zo voelt het. Even later hipt hij weer verder door het hoge gras. Donnie Darko aspiraties? Ik houd het liever op Alice.
Alice was beginning to get very tired of sitting by her sister on the bank, and of having nothing to do: once or twice she had peeped into the book her sister was reading, but it had no pictures or conversations in it, `and what is the use of a book,' thought Alice `without pictures or conversation?' So she was considering in her own mind (as well as she could, for the hot day made her feel very sleepy and stupid), whether the pleasure of making a daisy-chain would be worth the trouble of getting up and picking the daisies, when suddenly a White Rabbit with pink eyes ran close by her. There was nothing so very remarkable in that; nor did Alice think it so very much out of the way to hear the Rabbit say to itself, `Oh dear! Oh dear! I shall be late!' (when she thought it over afterwards, it occurred to her that she ought to have wondered at this, but at the time it all seemed quite natural); but when the Rabbit actually took a watch out of its waistcoat-pocket, and looked at it, and then hurried on, Alice started to her feet, for it flashed across her mind that she had never before seen a rabbit with either a waistcoat-pocket, or a watch to take out of it, and burning with curiosity, she ran across the field after it, and fortunately was just in time to see it pop down a large rabbit-hole under the hedge.
In another moment down went Alice after it, never once considering how in the world she was to get out again.
Vandaag
wordt Leonard Cohen 78 jaar. Hoewel ik
niet de illusie heb dat hij dit blogje zal lezen hef ik het glas op zijn
gezondheid. 78 is
tenslotte een mooie leeftijd, zeker voor een actieve popartiest. Ook deze
verjaardag wordt gevierd tijdens een wereldtournee. Gaat
Leonard zijn zenmeester achterna? Kyozan
Joshu Sasaki is inmiddels 104.
De Britse schrijfster J.K. Rowling staat weer volop in de belangstelling. Binnenkort komt namelijk haar nieuwe roman uit, voor volwassen lezers ditmaal, maar iedereen kent haar natuurlijk van de Harry Potter reeks. Minder bekend (in Nederland althans) is de serie rond die andere tovenaarsleerling, Septimus Heap, van Rowlings landgenote Angie Sage (1952). En eigenlijk verbaast me dat want deze boeken zijn wel in 28 talen verschenen en in de USA alleen al zijn er meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Warner Brothers heeft inmiddels de filmrechten gekocht van het eerste boek "Magyk".
De reeks is een absolute aanrader voor lezers die van fantasy en magie houden. Vlot geschreven en vol avonturen, rare wezens, toverspreuken en slechteriken. Het zijn typische feel good boeken, geschikt voor kinderen èn volwassenen. Hoofdpersoon is Septimus Heap, hij is de zevende zoon van de zevende zoon en beschikt over magische krachten. Een vergelijking met de Harry Potter reeks gaat niet helemaal op. Er zijn wat overeenkomsten maar eigenlijk nog meer verschillen, de serie heeft een geheel eigen karakter. Daarbij komt dat Angie Sage beter schrijft dan J.K. Rowling. De karakters worden minder uitgediept, maar er is meer actie. En de reeks heeft meer humor dan de Harry Potter boeken, die nogal zwaar op de hand kunnen zijn.
Sage is geïnteresseerd in geschiedenis liet zich inspireren door het landschap van Cornwall waar ze jaren gewoond heeft en door het westen van Engeland, "een plaats vol oude magie", veel kastelen, ruïnes, moerassen en eeuwenoude bossen. De boeken zien er ook nog eens smakelijk uit hetgeen de leeshonger stimuleert. Prettig formaat en vormgeving. De illustraties, prachtige pentekeningen, zijn van de bekende fantasy-tekenaar Mark Zug. De serie zal uit zeven delen gaan bestaan, daarvan zijn in Engeland inmiddels zes gepubliceerd, deel 7 verschijnt april 2013. In Nederland zijn er tot nu toe vijf delen verschenen, maar net als bij Harry Potter is het waarschijnlijk leuker om de originele Engelse versie te lezen.
Er zijn in 2012 weer volop leuke cd's uitgekomen. Patrick Watson, Patti Smith, Regina Spektor, Dr. John, om er maar een paar te noemen. Met nog zo'n drie maanden te gaan is mijn favoriet tot nu toe "Given to the Wild" van The Maccabees, dat al in januari van dit jaar werd uitgebracht.
De indierockband uit Londen gooit het op hun derde album over een geheel andere boeg. Een meer volwassen geluid, tikje bombastisch en pretentieus soms, muzikale erupties en veel dromerige zang en emotie. Een vergelijking met Arcade Fire en vooral Coldplay is dan snel gemaakt, maar The Maccabees klinken toch wat frisser. En het laatste album van Coldplay was voor mij vooral erg teleurstellend. "Given to the Wild" doet hier en daar ook wat denken aan Wild Beasts.
Dit charmante kasteeltje is van binnen anders ingericht dan je aan de buitenkant zou verwachten. In het smaakvol behouden gebleven interieur geen antieke stijlkamers of barokke tierelantijnen, maar Indiase beelden en schilderijen.
Het is het kasteel van Petite Somme en het ligt in de Belgische Ardennen, in een bosrijke omgeving vlakbij het stadje Durbuy. Er is een spirituele leefgemeenschap gevestigd: Radhadesh. Hier wonen ruim 100 mensen.
Het oorspronkelijke kasteel bestaat niet meer, maar is in de 19e eeuw herbouwd. In 1979 is het aangekocht door ISKCON (International Society for Krishna Consciousness), de Hare Krishna beweging dus. Het kasteel verkeerde toen in een verloederde staat en de leden van ISKCON zijn begonnen aan een grondige restauratie met een prachtig resultaat. Er wordt nog steeds aan gewerkt.
Hoe kwam ik eigenlijk zo in deze spirituele oase terecht? Op zoek naar een vegetarische en/of Indiase maaltijd. In de Belgische Ardennen kan dat namelijk wel een uitdaging en een zoekplaatje zijn. Dat is daar gewoon niet te vinden, je kunt dan bijna uitsluitend bij Radhadesh terecht. In het restaurant Govinda's kun je lekker en eenvoudig eten voor weinig geld.
Daarbij bleek het kasteel ook nog eens een bezienswaardigheid en geopend voor bezoekers. Je kunt een interessante rondleiding krijgen, er is een prachtig Krishna-altaar, een atelier met hindoekunst, een Indiase boetiek en een bakkerij met heerlijk brood en koekjes.
Op het landgoed (47 hectare) kun je een kleine wandeling maken. In de weilanden staat ook vee, maar tot m'n grote verbazing rook het zelfs daar naar wierook!
Kortom, als je er toch in de buurt bent is een bezoek aan Radhadesh echt de moeite waard.
En misschien nog ter geruststelling van de 'allesvrezers' onder ons: er wordt niet actief bekeerd of iets dergelijks. Ik voelde mij op geen enkele wijze belaagd.
Herinnert u zich deze nog? In de jaren 90 was dit een Bekende Nederlander en zelfs onderwerp van een maatschappelijke discussie. Hij zorgde voor ophef en debatten in de Tweede Kamer: De Stier Herman. Waar is hij gebleven?
Herman werd geboren in 1990 bij een biotechnologisch bedrijf in Lelystad en was het eerste rund ter wereld dat genetisch gemanipuleerd was. In het DNA van Herman was een stukje menselijk DNA, een extra gen, ingebouwd. De bedoeling was dat zijn dochters dan melk met het geneeskrachtige eiwit lactoferrine zouden produceren, een ontstekingsremmer. Helaas werkte dit toegevoegde gen nog niet goed bij Herman en was de productie bij de dochters erg laag.
Er was ook veel discussie over de ethische kanten, sommigen vonden het niet acceptabel om met levens te experimenteren. In 1996 moest Herman volgens de wettelijke bepalingen worden gedood, maar ook daar werd flink tegen geprotesteerd en de minister van landbouw besloot toen dat hij mocht blijven leven maar zijn 55 nakomelingen niet. Hij moest dan wel gecastreerd worden.
In 2002 verhuisde Herman naar een stal op het terrein van Naturalis in Leiden en daar heeft hij tot 2004 zijn pensioentijd doorgebracht. In dat jaar werd artrose bij de stier geconstateerd. Genezing bleek niet mogelijk en Herman had pijn, besloten werd om hem te laten inslapen. Zijn stoffelijke resten werden vernietigd (alweer de wettelijke bepalingen), maar de huid werd geconserveerd. Herman werd opgezet en is sinds 2008 in het museum te bewonderen.
Een tijdje terug had ik de eer de èchte Herman te ontmoeten. Herman Ziegeler is de onderzoeker die betrokken was bij de ontwikkeling van het proces van genetische manipulatie en de geboorte van de stier. Herman is naar hem vernoemd.
Herman is kolossaal. Bij leven woog hij 1250 kg! Zijn vader was een Zwartbont Holstein, zijn moeder waarschijnlijk een Groninger Blaarkop. Herman is nog steeds een icoon voor de biotechnologie.
De poëzie van de Ierse dichter William Butler Yeats (1865-1939) laat zich uitstekend uitvoeren als liedtekst en dit is in het verleden dan ook regelmatig gedaan door uiteenlopende zangers en bands. Vorig jaar bracht de Brits/Ierse band The Waterboys een album uit waarop maar liefst 14 gedichten van Yeats op muziek zijn gezet. "An Appointment with Mr. Yeats" vind ik een werkelijk schitterende cd met afwisselend stevige folkrock en wat meer ingetogen nummers. De altijd gepassioneerde en indringende zang van Mike Scott, de meeslepende vioolsolo's van Steve Wickham, de gedrevenheid en schaamteloze romantiek zijn bekende elementen in het werk van The Waterboys, die ook al weer zo'n 30 jaar actief zijn.
W.B. Yeats
W.B. Yeats verzamelde sprookjes en volksverhalen en verwerkte deze in zijn gedichten en toneelstukken. Zijn werk is vaak diep symbolisch met elementen uit de folklore en de Ierse en Griekse mythologie. Hij was een spiritueel zoeker, het occulte en de natuur waren hierbij van groot belang. Waterboys voorman Mike Scott is zelf een Schot, maar laat zich al jaren inspireren door Ierland, natuur, mythologie en mystiek. Hij is dan ook een groot liefhebber van de poëzie van W.B. Yeats. Zijn moeder, docente literatuur, bracht hem al heel jong in aanraking met Yeats' gedichten.
W. B. Yeats: "The Song of Wandering Aengus" (1899)
I WENT out to the hazel wood, Because a fire was in my head, And cut and peeled a hazel wand, And hooked a berry to a thread; And when white moths were on the wing, And moth-like stars were flickering out, I dropped the berry in a stream And caught a little silver trout.
When I had laid it on the floor I went to blow the fire a-flame, But something rustled on the floor, And someone called me by my name: It had become a glimmering girl With apple blossom in her hair Who called me by my name and ran And faded through the brightening air.
Though I am old with wandering Through hollow lands and hilly lands, I will find out where she has gone, And kiss her lips and take her hands; And walk among long dappled grass, And pluck till time and times are done, The silver apples of the moon, The golden apples of the sun.
En dit is de interpretatie van The Waterboys:
Aengus is een god uit de Ierse mythologie, die altijd jong blijft en leeft op een plek waar je onsterfelijk bent en waar altijd eten en drinken in overvloed is. Er zijn veel verhalen over hem, in een daarvan wordt hij hevig verliefd op het meisje Caer, dat hij eigenlijk alleen in een droom gezien heeft. Na jaren zoeken vindt hij haar uiteindelijk. Zij is afwisselend jaarlijks een meisje of een zwaan. Als hij haar vindt is ze een zwaan en Aengus verandert ook in een zwaan.
Overeenkomsten in Yeats romantische en mysterieuze gedicht zijn de obsessieve liefde na slechts een glimp van het meisje, de zoektocht, de metamorfose in een dier, hoewel hier een forel en geen zwaan. Het meisje doet ook denken aan de Ierse mythe van de maidens of the sea, die mannen beheksen en ze verliefd maken.
In tegenstelling tot de Aengus uit de mythe wordt Yeats hoofdpersoon aan het eind niet verenigd met zijn geliefde en wordt hij ouder tijdens het vruchteloze zoeken. Maar de bitterzoete eindregels zijn optimistisch en duiden waarschijnlijk op een hiernamaals waarin de hoofdpersoon uiteindelijk zijn geliefde vindt en voor eeuwig jong zal zijn als de Aengus uit de mythe.
Het gedicht biedt meerdere interpretatiemogelijkheden. Bijvoorbeeld de zilveren appels van de maan en de gouden appels van de zon. Aengus eet ze beiden wat zou kunnen duiden op een perfecte harmonie van zijn instinctieve onbewuste kant en zijn rationele, intellectuele, gedisciplineerde zelf. In deze betekenis zou de glimmering girl helemaal geen individu zijn, maar een aspect van Yeats psyche namelijk het primitieve, zorgeloze aspect dat hij nog niet volledig kan toelaten omdat hij nog te gedisciplineerd en te intellectueel is.
Appels plukken kan ook worden uitgelegd als het genieten van de sensualiteit in het leven.
Maar feitelijk gaat dit gedicht natuurlijk over de zoektocht van de held, een veelgebruikt thema in mythologie en literatuur. De protagonist zoekt iets ongrijpbaars en zal het logischerwijs nooit vinden. Toch behoudt hij zijn vertrouwen en dit vertrouwen geeft zijn leven zin.
De Tsjechische Jugendstilkunstenaar Alphonse Mucha (1860-1939) ontwierp decors, meubelen, kostuums en juwelen, postzegels en bankbiljetten, maar de meeste mensen zullen hem waarschijnlijk kennen van zijn immens populaire affiches met mysterieuze dames. De bekendste is die met de Franse actrice Sarah Bernhardt in haar rol van Gismonda. Minder bekend is dat hij ook een aantal glasramen gemaakt heeft, onder andere voor de Gotische Sint Vituskathedraal in Praag.
Zijn ontwerp uit 1931 is een wonder van licht, kleur en activiteit. Mucha omgeeft St. Wenceslas, de patroonheilige van de Tsjechen, met scènes uit het leven van Slavische heiligen. Het raam geeft van boven naar beneden een samenvatting van 1000 jaar nationale geschiedenis.
Bovenste gedeelte: de 9e eeuwse christelijke missionarissen Cyril en Methodius dopen een discipel.
Middenstuk: een afbeelding van koning Wenceslas, die als kind tegen de zin van zijn tirannieke heidense moeder in werd grootgebracht door zijn christelijke grootmoeder St. Ludmilla. Beiden kijken omhoog, opgaand in gebed.
Benedendeel: typische Mucha-vrouwen, die de jonge Tsjechische en Slowaakse volken uitbeelden.
De Sint Vituskathedraal is de grootste en belangrijkste kerk van Praag en vormt het religieuze hart van de Tsjechische republiek. Een bezoek aan de kathedraal, onderdeel van De Burcht, is zeer de moeite waard. In het centrum van Praag is ook het Mucha Museum gevestigd. Een fraaie collectie van schilderijen, affiches, foto's en allerlei persoonlijke objecten uit het leven van de kunstenaar.
Tijdens bergwandelingen in de Alpen had ik altijd tevergeefs uitgekeken naar deze bijzondere en in het wild nog zeldzame plant, en hier stond ze dan, gewoon langs de kant van een Zwitsers landweggetje! Mijn eerste edelweiss...
De plant ziet er wat 'stoer' uit, vind ik. Ik had iets verfijnders verwacht. Maar het ìs natuurlijk wel een bergplant. Edelweiss groeit in alpenweiden, tussen rotsspleten en op licht begroeide gruishellingen. Zij wordt daar niet hoger dan vijf tot tien centimeter. Opvallend is de dikke grijs-witte viltige beharing. Deze beschermt de plant tegen kou en houdt vochtige damp vast om in droge perioden te kunnen overleven. De edelweiss is winterhard en de bloeitijd is ongeveer van juli tot begin september.
Wandelaars en toeristen lieten de bloemen hier kennelijk ongemoeid. Dat is fijn want ze was bijna uitgeroeid, op plukken staat dan ook een flinke boete. Edelweiss is ook nog populair in de volksgeneeskunde als middel tegen maagpijn.
Eerder dit jaar werd ik aangenaam verrast door het nieuwe album van Rumer, "Boys Don't Cry". Na haar prachtige debuut "Seasons of My Soul" uit 2010 werd het een beetje stil rond de Brits/Pakistaanse zangeres. Podiumangst zou hiervan de grootste oorzaak zijn. Voor dit tweede album, wat gepresenteerd wordt als een 'tussendoortje', werd gekozen voor uitsluitend covers van mannelijke singer-songwriters uit de jaren 70. Rumer eert hiermee de muziek waar ze mee opgroeide. De zoete, rustgevende soulstem die zo aan Karen Carpenter doet denken, de stemmige arrangementen en de warme vintage productie zorgen voor een respectvolle uitvoering van de vaak wat minder bekende nummers van zangers als Isaac Hayes, Todd Rundgren en Hall & Oates. De opvallende songkeuze maakt je ook nieuwsgierig naar de originele versies.
Dit is haar versie van Gilbert O'Sullivans "We Will".